gegevens van de parochie
- Patroonheilige: Sint-Remigius
- Openingsuren buiten de vieringen: alle dagen van 9.00 tot 18.00 u
- Gewone weekendvieringen: geen
- Andere vieringen: 2° kerstdag te 11.00 u, doopselvieringen, huwelijken, gebedswake en kerkelijke uitvaart.
- Hoogdagen: enkel op Allerheiligen.
- Kermiszondag: zondag na sacramentsdag en laatste zondag van september.
- Adres van de kerk: Kerktorenstraat 1A, Bilzen (Limburg)
- Aantal inwoners: (2020) 1278
- Oppervlakte: 550 Hectare
- IBAN bankrekening: BE87 4527 0571 2194
- capaciteit: 300 personen
- aantal lokalen: 3
- keuken: basis
- sanitair: uitgerust
- podium: Ja
Contactgegevens
- beheerder: zaalverhuur@bilzen.be
- contactpersoon: Kristof Bours
- contacttelefoon: 089/397482
- website: https://www.bilzen.be/oc-ter-willer
Geschiedenis van Waltwilder
De oudste bewoningssporen klimmen op tot de Romeinse periode. De eerste vermelding dateert van 1096 als Wilre, van het Latijnse villare, hoeve. Waltwilder was een heerlijkheid van de graven van Loon, vanaf 1366 van de prinsbisschoppen van Luik. De abdij van Munsterbilzen bezat belangrijke goederen op het grondgebied. Ze vormde samen met de heerlijkheid Hoelbeek één Loonse gemeente, die behoorde tot het ambt Bilzen, kwartier Loon. Juridisch ressorteerde Waltwilder onder de buitenbank van Bilzen. Het kasteel van Groenendael of Croenendael (zie Groenendaal) was de zetel van een Loonse heerlijkheid binnen het grondgebied van de huidige gemeente. Gedurende het Ancien Régime maakte Groenendael deel uit van de gemeente Eigenbilzen. De kerk was een stichting van de abdij van Munsterbilzen.
De Sint-Remigiusparochie was een zeer oude stichting, waartoe ook een deel van Eigenbilzen en Hoelbeek behoorde. Het patroonaatsrecht was in handen van de abdis van Munsterbilzen, het grootste deel van de tienden ging naar de pastoor. Waltwilder is een Haspengouws landbouwdorp, zonder industrie. Thans is meer dan 60 procent van de actieve bevolking werkzaam buiten de gemeente. Het dorp heeft geen duidelijke structuur, en kan gerangschikt worden onder het hoopdorp-type. De bebouwing concentreert zich van oudsher aan de Kerktorenstraat, de Langstraat, de Waltwilderstraat, de Kromstraat en de Schutterijstraat; het oude stratenpatroon is nog duidelijk in de huidige dorpsstructuur te onderscheiden. In de loop van de eerste helft van de 19de eeuw ontstonden binnen deze kern de Verbindingsstraat en de Nieuwstraat.
De steenweg Bilzen-Maastricht volgt tot aan de oostelijke grens van de bebouwde het oude tracé, zoals dat op de Ferrrariskaart (1771-1777) is weergegeven; ten westen van het centrum werd de weg in de loop van de tweede helft van de 19de eeuw rechtgetrokken. In de 18de eeuw bestond de bebouwing hoofdzakelijk uit langgestrekte hoeven met nok loodrecht op de straat; er waren vier vrij belangrijke vierkanthoeven. Het hoevetype evolueert in de loop van de 19de eeuw naar één met losstaande bestanddelen; in 1845 (Atlas van de Buurtwegen) bleven slechts twee van de vier grote vierkanthoeven bewaard. De densiteit van de bebouwing neemt pas vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw toe, wat correleert met de bevolkinstoename vanaf deze periode. Een recente ontwikkeling is het ontstaan van lintbebouwing aan de steenweg Bilzen-Maastricht. Amelsdorp vormde van oudsher een gehucht ten zuiden van het centrum.
Over de St-Remigiuskerk
Neoclassicistische pseudobasilica, gebouwd in 1862. Verhoging van de toren circa 1910 naar ontwerp van architect H. Martens; mogelijk dateert ook het transept uit deze periode. De kerk werd zwaar beschadigd in 1940 en nog tijdens de oorlog hersteld. De plattegrond beschrijft een driebeukig schip van vijf traveeën met ingebouwde westelijke toren, koor van een rechte travee met halfronde sluiting, sacristie in de kooromgang en transept in de rechte koortravee.
De kerksite is hoger gelegen dan het straatniveau. Bakstenen gebouw. Toren van drie geledingen onder ingesnoerde naaldspits (leien); hardstenen plint; mergelstenen hoekbanden, waterlijsten en steigergaten. Rondboogportaal in een hardstenen omlijsting. Rondboogvensters en rondboogvormige galmgaten in mergelstenen omlijsting. Schip onder zadeldak (leien). Bakstenen rondboogvensters met hardstenen lekdrempel, imposten en sluitsteen. Bepleisterd interieur. Rondboogscheibogen op zuilen.
Een gekorniste kroonlijst draagt het tongewelf. Kruisgewelven over de zijbeuken. Halve koepel boven het koor. Mobilair: Beeld van Onze-Lieve-Vrouw met Kind, gepolychromeerd hout (eind 17de eeuw); Calvariekruis, exterieur, gepolychromeerd hout (midden 19de eeuw). Hoofdaltaar met altaarstuk, Boodschap aan Maria (circa 1862); tabernakel (17de eeuw); zijaltaar (midden 19de eeuw). Eiken biechtstoelen (midden 19de eeuw). Preekstoel, eik (midden 19de eeuw). Op het kerkhof: grafkruis van Huub Rechthorens en Anna Meesters (+ 1615); grafkruis (+ 1618); grafkruis van pastoor Hendrik Van der Aa (+ 1805).